Geloof·Hoop·Liefde

Vervolg verleiding
Mattheüs 6 vers 13 – een dubbele betekenis?
In het voorgaande stuk zijn de woorden beproeving en verzoeking/ verleiding deels door elkaar gebruikt. Dat is niet zonder reden. In de uitwerking, welke binnen de catechisatie is gebruikt, wordt het verleiden als hoofd item weergegeven, maar is dit wel hoe we het moeten opvatten is een gedachte die opkomt. De bede vanuit de Statenvertaling: "Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze" of zoals de NBV21 weergeeft: “En breng ons niet in beproeving, maar red ons van het kwaad” (Mattheüs 6:13) omvat een erkenning van onze diepste kwetsbaarheid en de harde realiteit van het leven. We komen op het snijvlak van goed en kwaad te staan. Maar welke betekenissen kan deze bede hebben en wat zien we vanuit de twee vertalingen?
De tekst kan worden opgevat als voorkomen van een test. God staat immers beproevingen toe (denk aan de woestijnervaring van Jezus waar we over nagedacht hebben, Mattheüs 4). Deze zijn nodig om ons geloof voor zover menselijk mogelijk te zuiveren en te verdiepen.
Aan de andere kant omvat het een niet willen komen in een valstrik van de beproever, de duivel, die van de beproeving een valstrik wil maken. Hij wil ons ten val brengen en ons vertrouwen in God breken.
De meer traditionele vertaling, zoals: "Leid ons niet in verzoeking," kan een zekere onrust veroorzaken. Impliceert het dat een liefhebbende God ons actief op een pad van verleiding wil sturen? Dit is het theologisch dilemma.
Paus Franciscus heeft deze menselijke twijfel in de schijnwerpers gezet door het pleiten voor een alternatieve vertaling, vanwege de mening dat God geen actieve rol binnen deze bede kan hebben. De opstellers van de NBV21 hebben de vertaling echter gelaten zoals ze is. Hierover is meer informatie te vinden op: https://nbv21.nl/onzevader-nbv21/.
Dit samennemend, zouden we de bede kunnen opvatten dat we God vragen/ smeken (er staat een gebiedende wijs, ‘leid’ of ‘breng’) dat een test of beproeving niet zo zwaar zal zijn dat deze verandert in een valstrik welke boven onze macht is. Deze bede drukt geen wantrouwen jegens God uit, maar juist een nederige erkenning van onze zwakte. We vragen God niet om ons te sparen van elke beproeving, maar om ons te bewaren voor een test die ons boven vermogen zou brengen en tot zonde zou leiden.

Hartelijke groet,
Willem ten Hove
(gemeentewerk.kampereiland@gmail.com)